Jerez en Cadiz

Veel camperaars nemen de snelweg van Donostia/San Sebastian naar Cádiz of Malaga. Dat gaat lekker snel. Ruim een dag rijden en je kan je stoeltje in het zand zetten. Maar je kan er ook wat langer over doen en eens een kijkje nemen in de steden waar je langs komt.  

Het laatste stukje van de route! Het landschap is helemaal veranderd, van beboste heuvels via de steeneiken naar pijnbomen en wijngaarden in het zuidelijkste stukje. Het is niet ver van Sevilla naar Jerez de la Frontera, wel zijn de namen van de wegen verwarrend: de snelweg heet de AP-4, de vierbaans rondweg om de stad heen de A-4 en de tweebaansweg de stad in is de N-4.

Jerez de la Frontera

De stad staat natuurlijk bekend om de sherry cultuur en overal in de stad kom je het logo van Tio Pepe, de grootste sherry producent, die officieel Gonzalez Byass heet, tegen. Overal in de stad zie je stapeltjes sherry vaten bij wijze van kunst of reclame. De bodega’s, de producenten van sherry, zijn te bezoeken, de grootste, Tio Pepe, vind je naast de kathedraal. Omdat het zo’n groot bedrijf is, is de toer rond de bodega ook groots, zelfs inclusief een toeristentreintje. Zelf vind ik een bezoek aan Bodega Fundador van de familie Domecq leuker omdat het de oudste bodega van de stad is met, naar mijn mening, de mooiste wijnkelder.

In de stad kom je de familie Domecq nog veel vaker tegen, bijvoorbeeld bij prachtige café-restaurant El Gallo Azul wat ook van hen is. En een telg van de familie is een bijzondere paardrijschool begonnen: Real Escuela Andaluza del Arte Ecuestre. Deze is ook te bezoeken, maar boek de kaartjes online: www.realescuela.org er zijn namelijk verschillende soorten kaartjes voor verschillende soorten bezoeken en verschillende tijden.

Bijna net zo belangrijk in Jerez is de Flamenco. Het Internationale Flamenco Festival vindt hier ieder jaar in februari plaats. Er zijn eigenlijk twee flamenco-wijken: San Miguel en Santiago. San Miguel ten westen van het centrum is leuker om doorheen te wandelen, onder andere door het beeld van de wereldberoemde zangeres Lola Flores en dat van La Paquera, de danseres. Je vindt hier heel veel ‘Tabanco’s’, flamenco-bars waar je kan genieten van de flamenco tijdens een tapas maaltijd. Ook hier moet je reserveren omdat flamenco-avonden razend populair zijn, ook bij de lokale bevolking.

Natuurlijk heeft Jerez de la Frontera ook een kathedraal, een hele bijzondere zelfs: aan deze kan je van binnen goed zien dat hij oorspronkelijk gebouwd is als Moorse moskee. Helemaal leuk: achter het altaar vind je VR-brillen waarmee je langs het dak kan vliegen! Een beetje boven de kathedraal staat het Alcázar, het fort van Jerez dat nog jarenlang dienst heeft gedaan als gemeentehuis en later als ziekenhuis. Tussen het Alcázar en de kathedraal, letterlijk tussen overheid en kerk, staat het grootste  beeld van Tio Pepe.

Wanneer je Jerez weer verlaat, overweeg dan om naar El Puerto de Santa María te rijden en niet naar Cádiz. Wanneer je op de kaart kijkt, zie je dat Cádiz het puntje van een schiereiland is. Je kan op de haven staan, maar dan moet je de hele stad door en je slaapt waarschijnlijk niet zo lekker omdat er ook een hele luide discotheek is. De meeste camperaars kiezen ervoor om in El Puerto de Santa María op de camping Las Dunas te staan en dan met de catamaran pont over te varen naar Cádiz.

El Puerto de Santa María is zelf ook best een leuke stad met een kasteel, een mooie basiliek, leuke winkelstraatjes en een grote arena. De camping ligt heerlijk aan het strand en er zijn tal van leuke strandbarretjes aan het strand en bij de moderne jachthaven, Sherry Port. De bij ons beroemdste sherry-producent, Osborne, heeft zijn bodega in El Puerto de Santa María en die is natuurlijk ook te bezoeken.

Cádiz

Net als de meeste Spaanse steden is Cádiz een hele leuke, levendige en gezellige stad. Het is niet erg groot, maar er is best wel veel te zien. Natuurlijk is er een kathedraal, maar eerlijk gezegd vind ik deze van buiten mooier dan van binnen. Wel bijzonder is daarnaast, in de Calle San Juan, de  Cueva del Pájaro Azul – Puerto de Gadir. Dit zijn de havenwerken van de Feniciërs die in 1100 vóór Christus de stad Gadir, die nu Cádiz heet, stichtten. Naast de kathedraal staat de Iglesia de Santiago Apóstol. Aan de buitenmuur van deze kerk staat kilometerpaal 0 aangegeven omdat hier de Vía Augusta, een van de Camino’s naar Santiago de Compostela begint.

Achter de kathedraal kan je de stadsmuur die tegelijkertijd fungeert als dijk, oplopen. Je kan zo bijna helemaal rond de stad lopen. Je komt langs forten, badhuizen, verdedigingswerken en een Romeins theater, want die hebben hier natuurlijk ook gezeten.

Maar Cádiz is vooral een stad om rond te dwalen door de smalle straatjes, een stad om je te vergapen aan de vele balkonnetjes en let ook eens op de mooie gietijzeren bescherming van de hoeken van huizen. En gelukkig zijn er ook een heleboel terrasjes om het leven aan je voorbij te laten trekken al dan niet onder het genot van flamenco muziek van een straatmuzikant.

Waar stond Lily de Campert

Jerez de la Frontera

Lily stond op Park4Night 45297, La Morada del Sur. Dit is een camperbedrijf dat op het terrein een camperplaats heeft. Daardoor hebben ze echt alles wat een camper nodig heeft: behalve alle gebruikelijke voorzieningen, ook een winkel. En terwijl jij naar de stad bent, kunnen zij reparaties aan de camper uitvoeren.

In Jerez is bij het grote winkelcentrum nog een heel vergelijkbare camperplaats: Camper & Van, Park4Night 298535, ook een camperbedrijf, ook een winkel, ook reparaties terwijl je wacht.

El Puerto de Santa Maria

Camping las Dunas, Park4Night 6399, ligt aan een prachtig strand en in tien minuten lopen ben je bij de catamaran die je naar het centrum van Cádiz brengt.

Nog iets dichter bij de boot is Park4Night 108467, een betaalde parkeerplaats.

Cádiz

In de stad zelf kan je alleen overnachten bij de haven: Park4Night 23434, door de weeks gaat dat meestal goed, maar in het weekend is er een discotheek die tot heel laat enorm veel lawaai maakt.